Oranje vink fluitend op stam.

Vink

Common Chaffinch, Fringilla coelebs – Vinken (Fringillidae)

De Vink leeft in in bossen, boomrijke tuinen en parken. Ze eten namelijk zaden en zachte plantendelen, zoals bladknoppen. Toch is het vooral hoog Nederland waar vinken het meeste voorkomen. Aan het einde van hun zang laten vinken vaak de bekende ‘vinkenslag’ horen.

Vinken hebben een korte, kegelvormige snavel. Het mannetje heeft in broedkleed een blauwgrijs petje, een oranjerode borst en wangen. De staartveren zijn zwart, behalve de (witte) buitenste staartpennen. Het vrouwtje is minder opvallend en wordt nog wel eens aangezien voor een vrouwtje huismus. Het meest opvallende kenmerk van de vink zijn de twee witte vleugelstrepen. Daarmee kun je ook de vrouw het best van een mus onderscheiden.

GELUID VAN DE VINK

Kenmerkende, aflopende zang, met aan het einde een korte verhoging in tonen (vinkenslag).

Kijk verder op: https://marleysworld.nl/marleys-fotos/

Meer informatie over vogels is te vinden op: https://www.vogelbescherming.nl/