“op het huukske”
Op het “huukske” van onze straat….
Vandaag neem ik u mee naar voor vele nog wel een bekend maar vergeten “plekske”. Gelegen op de hoek van de Heer en Beekstraat en Elststraat. De Elstraat, het weggetje dat naar de boerderij en fruitteler Coppens liep. Op die hoek rechts stond de fietsenzaak van Jantje van Druenen en zijn vrouw Gontje. Achter het pand en boven lag het woonhuis van het gezin van Druenen. Het pand is inmiddels al lang gesloopt. En moest in 1982 wijken voor een nieuw pand. Jan en Gontje stopte met hun zaak en gingen elders wonen in de Molenhoek.
Maar soms kijk ik van onze tuin naar het “huukske” en zie als een Fata Morgana het oude pand weer herrijzen alsof de tijd stil stond. Hoe vaak ben ik er niet heen gelopen als kind om een “pakske hunter” te gaan halen voor onze ome Harry….
De voorgevel was bekleed met grote ramen en twee deuren. Een voor de winkel en het stuk waar de fietsen keurig leunde op hun standaard, geduldig te wachten tot een nieuwe eigenaar zijn beenspiertjes er op ging trainen. De Gazelle lichtbalk die sierlijk aan de gevel hing, gaf ons wat licht in de avond als we op straat speelden. De andere deur was de reparatie afdeling. Daar stond Jan vaak met een sigaar in zijn mond die ijzeren rossen weer klaar te maken, samen met een man die geloof ik ook een familielid was.
Langs de zaak liep ook een smal gangetje tussen het pand en het weiland van Broeksteeg. Gescheiden door een haag. In dat pad stond een grote ronde paal waar Jan de afgedankte banden over heen gooide. Mijn broer en ik slopen wel eens door dat gangetje gebukt onder het raam kruipend zodat Jan ons niet kon zien. Pakten we een paar binnenbanden om daar vervolgens rubberen ballen van te maken. Tja, die plek was voor ons ook een “speelparadijs”.
Achter het pand hadden Jan en Gontje ook nog een tuin en verbouwde er ook groenten. Ons pa had er ooit voor de gein de resten van de bloemkool ingegooid. Toen Jan ons pa zag riep hij hem. En vertelde hem dat het niet gekker moest worden. Dat ze de bloemkolen uit zijn tuin jatte. Ons pa wist wel beter en kwam met een “ big smile” thuis. Op het laatste stukje stond een houten garage, waar ik nog van weet dat er een autootje van iemand uit de buurt stond geparkeerd. Het enige tastbare nog want de garage staat er nog steeds. Als “onze jan” nu door de straat zou fietsen zal hij gefronst kijken en zijn sigaar eens laten rollen tussen zijn lippen. Goh wat is het hier veranderd we hebben er zelfs een kanaal bij. Dat hadden we toen moeten hebben dan had ik waterfietsen gaan verkopen….
Wil je meer weten over de schrijver van de verhalen ga dan naar: https://www.facebook.com/rvangrinsven1
Meer verhalen zijn te vinden op https://marleysworld.nl/rusmollese-klets/