“De laatste bank”.
Sinds ca. 1910 hebben we in ons “durpke” al een Bank….
Meer als 100 jaar geleden werd er in Rosmalen een “bank” geopend, de “boerenleenbank”. Men kon bankieren bij deze bank als men lid was van het NCB kon men hier een lening verkrijgen. Jan Coppens was de eerste “bankier”. De bank was trouwens een beperkte tijd open, en niet meer dan een kluis in een “huis”. Want ook Jan moest zijn boerderij runnen. De “boerenleenbank” telde door de jaren heen meerdere locaties, dit had te maken met de groei van de bank en de benodigde ruimte.
Ons dorp…
Ons Dorp groeit en vooral na de oorlog schoten de banken als paddenstoelen uit de grond, om de benodigde spaargelden van mensen te beheren. Om hiermee grote winsten te boeken, de tijd van de bekende sok en geld, was voor vele verleden tijd. De “boerenleenbank” vestigde zich op de hoek Raadhuisstraat -Dorpsstraat. Om van hier uit nog ik meen een vestiging te krijgen in Hintham en één aan de Oude Baan. In het laatste genoemde filiaal lag mijn basis voor al mijn “miljoenen”.
Ik kreeg van mijn ouders een Spaarbankboekje. En door die vriendelijke dames aan de balie werd een spaarpot in je handgedrukt, in een vorm van een Bijenkorf die je onder kon openen met een sleutel. Om vol trots die spaarpot te laten vullen door de visite die bij ons thuis over de vloer kwam, die vervolgens wat geld in je hand drukte voor je spaarpot. Goh… wat heb ik vaak met die “korf” staan schudden om dat geld te horen rammelen. Tot ik er achter kwam wat er in die “gleuf” ging, op dezelfde weg er ook weer uit kon, schudden de korf op zijn kop. Geld voor de gleuf met een mesje peuterde je er dat weer uit. Om vervolgens op een draf naar de sigarenboer te gaan op de Oude baan. En je “miljoenen” in te wisselen voor wat snoep van 1 of 5 cent. Ja, noem me maar een kluiskraker. Ik weet zeker dat vele onder ons dezelfde tactiek toepaste op hun spaarpotje.
Van boerenleenbank naar Rabobank
Ik zag banken komen. Ons dorp telde er steeds meer, de boerenleen bank werd omgedoopt. De trotste letters die sierde boven de bank werden vervangen, de Rabobank ging het heten. De Rabobank in het dorp moest groter en groter. De brandweerkazerne waar ik mijn eerste levensjaar doorbracht moest wijken. De bank had de ruimte nodig, men moest geld verdienen, veel geld. De flappentappen, je weet wel die dingen waar je iets van plastic insteekt en je altijd prijs hebt, kwamen. De cheques verdwenen, de computers kwamen. Internet deed zijn intrede. Alles werd digitaal. Zelfs je geld dat vaak niet meer is als een bedrag op een scherm.
Wat zou die sigarenboer destijds hebben opgekeken, als ik daar stond met een plastic kaart in de hand, te zwaaien…..hier betaal ik mijn snoep mee. Hij zou me voor gek verklaren, waar hij nu nog een punt zou hebben maar goed. Het is best wel ironisch dat de eerste “echte” bank in ons “durpke” als laatste zal vertrekken. Het geld is verdiend, we gaan de toekomst in zoals men zegt, veilig van thuis op je pc of van die platte dingen waar je ook mee op internet kan, Je kan heel de dag virtueel bekijken hoe “rijk” je wel niet bent. Maar niet meer een echte deur openen en iemand aanspreken als je geen internet hebt, als behoefte hebt aan menselijk contact. Het is niet meer van deze tijd. Wat was ik blij dat ik destijds nog een spaarpot had, Je zult nu met een mesje je “poen” moeten halen uit al die digitale apparaten… Je zal alleen wat chips en andere onderdelen vinden. Die keiharde “gulden” komt er niet meer uit…..
Wil je meer weten over de schrijver van de verhalen ga dan naar: https://www.facebook.com/rvangrinsven1
Meer verhalen zijn te vinden op https://marleysworld.nl/rusmollese-klets/